LIED VAN KANO CLUB LIER.
K.C.L.
Dat is de kano club van de Pallieters.
K.C.L.
Wij drinken kracht en lentezon met liters.
K.C.L.
Wij houden van die wondere natuur.
Langs de Neet zijn de geuren dikwijls zuur,
maar natuur smaakt puur.
Wij maken tochten langs de Nete
en soms dan varen wij op zee.
De mannen zwoegen in de boten
en de vrouwen coqueteren mee.
En ’s avonds is het zo gezellig
bij pot en pint wordt er gepraat.
De mannen die kaarten
en de vrouwen spreken kwaad.
K.C.L.
Dat is de kano club van de Pallieters.
K.C.L.
Wij drinken kracht en lentezon met liters.
K.C.L.
Wij houden van die wondere natuur.
Langs de Neet zijn de geuren dikwijls zuur,
maar natuur smaakt puur.
De zomer maakt ons zo bedrijvig
en ieder voelt zich dan nog jong.
We gaan weer kilometers varen
met de koorts van ’t paddelen op ons tong.
En komen wij van onze tochten
al zingend ’t lied van K.C.L.
Zo laat thuis zegt ’t vrouwtje
’t is weer van rel del del.
K.C.L.
Dat is de kano club van de Pallieters.
K.C.L.
Wij drinken kracht en lentezon met liters.
K.C.L.
Wij houden van die wondere natuur.
Langs de Neet zijn de geuren dikwijls zuur,
maar natuur smaakt puur.
(Tekst : Kees Brug) (Muziek :A. Van Ooyen)